We kregen de kans om een bezoek te brengen aan het nieuwe complex van De Heer land en water B.V. aan de Copenweg te Lopik. Op 24 april 2025 maakten we met zo’n 49 leden daar graag gebruik van.
Bij aankomst viel ons het grote kunstwerk op dat voor het door Van Baaren gebouwde kantoor staat. Het verbeeldt een geschiedenis uit de bijbel waarover we straks meer zullen horen. Bij binnenkomst in de mooie entree zagen we direct een waterwand waarmee de familie wil verwijzen naar God ‘de Bron van hét leven’.

In de bistro werden we door de familie hartelijk ontvangen met koffie, thee en heerlijke koeken.
Buiten regende het, maar binnen was het aangenaam.  Na een openingswoordje van Liesbeth heette Harm de Heer ons hartelijk welkom. Harm is de oudste zoon van Ad en Jenny, is projectleider en sinds kort medeaandeelhouder. Aan de hand van een aantal kernpunten zou hij ons door de onderneming leiden. Maar eerst het woord aan vader Ad die de historie van het bedrijf toelichtte.

Ad groeide met 10 broers op in Polsbroek op de boerderij van hun ouders. Vader deed het boerenwerk nog zonder machines en moeder werkte hard in haar kaasmakerij, het huishouden en meer. Toen er uiteindelijk een trekker werd aangeschaft liet vader die over aan zijn oudste zoon Henk. Henk zag dat ook niet zitten en dus was het Ad die al op z’n 7^e rondjes reed.  Ad groeide op met kruiwagen en trekker en zag daar uiteindelijk voor zichzelf ook toekomst in. Op zijn 17^e kocht hij zelf een trekker met sleepslangen. In die tijd nog uniek, maar zeer geschikt op de zachte gronden in onze omgeving. Door bij boeren gewoon briefjes in de brievenbus te stoppen kreeg hij in 1987 z’n eerste klanten. Zo ontstond de basis voor de huidige onderneming.
Al snel bleken er ook andere machines nodig, zoals een balenpers, want er was genoeg werk bij de boeren, echter wel seizoensgebonden. Daarom ging Ad ook inschrijven op openbare aanbestedingen voor maaien en baggeren en verhuurde hij ook aan collega’s. De groei zette flink door. Meer machines, meer mensen, meer taken. Het bedrijf kreeg in 2010 zijn huidige naam. Het terrein aan de Noordzijdseweg in Polsbroek was snel te klein, dus werden ook terreinen gehuurd. Uiteindelijk moest worden gezocht naar een groter terrein dat op aangeven van de gemeente aan de Copenweg in Lopik werd gevonden, wel 5,7 ha groot. Voorheen was dit grond van boer Jan de Vos, ons wel bekend. Het zou nog zo’n 15 jaar duren eer de overstap was afgerond. In die periode groeide het bedrijf verder, waarbij Ad zich altijd nog als een simpele boerenjongen ziet met z’n kruiwagen. Afsluitend kregen we nog een toelichting op het bijzondere kunstwerk dat voor het kantoor staat. Het is een metalen constructie van een vrouw die vanuit een kruik lege vaten met olie vult. Het is een verwijzing naar de bijbel die in de brochure die we na afloop samen met een flesje olie ontvingen uitgebreid wordt toegelicht.

Harm ging verder met de hoofdpunten van de presentatie: Missie en visie, disciplines, opdrachtgevers, werkgebied, bedrijfsfilmpje, team.

‘De christelijke identiteit van het bedrijf is de kern van ons handelen en bepaalt de manier van ons werken’ zegt Harm. Rentmeesterschap is de verantwoordelijkheid voor wat ons is toevertrouwd. Geven om de zorg van alle medewerkers waarbij ons bescheidenheid past. Niet zomaar woorden, maar leven en werken vanuit een sterk geloof.
Denk ook aan duurzaamheid, wendbaarheid, inbreng leiderschap en het bieden van totaaloplossingen aan opdrachtgevers.  Het aantal disciplines waarin gewerkt wordt groeit. De belangrijkste nu zijn integraal groenonderhoud, baggeren, onderhoud watergangen, natuurontwikkeling, beschoeiingen in alle soorten en onkruidbeheersing op verharding.

Sinds begin deze eeuw wordt bijna alleen nog voor overheids- en semi-overheidsinstellingen gewerkt. Hoofdzakelijk gemeentes, waterschappen, provincies, Prorail en soms aannemers. In het algemeen openbare aanbestedingen, hetgeen inhoudt dat er van de 100 projecten die moeten worden uitgerekend zo’n 20 in opdracht worden verkregen. Omdat er ook factoren als plan van aanpak, beleving, maatschappelijke verantwoordelijkheid etc. worden meegewogen is niet alleen de prijs bepalend in de toekenning. De looptijd van opdrachten is vaak meerjarig. Het werkgebied is voornamelijk Zuid Holland, maar ook Utrecht, noordelijk tot boven Amsterdam en oostelijk tot aan Apeldoorn.

De Heer is ook een erkend leerbedrijf met 7 leermeesters en opleidingsplaatsen in Lopik en Rotterdam. In totaal zijn er zo’n 140 medewerkers, in de zomer 250, waarvan een beperkt deel op kantoor, zoals de stafdiensten, financiële administratie, Human resource & communicatie en het bedrijfsbureau. In de werkplaatsen een chef werkplaats met assistent, monteurs en jonge medewerkers die alleen op zaterdag komen. Er is een eigen ondernemingsraad, een managementteam en een directieteam.

Vooral binnenstedelijk wordt veel met elektrisch materieel gewerkt, in principe moet elk type werk emissieloos kunnen. Alle materieel is in een aparte B.V. ondergebracht en wordt projectgewijs verhuurd aan de aannemingsmaatschappij.

De Copen verbruikt in de provincie de meeste energie(!). Er zijn nu al uitvalmomenten en wanneer Roba metals uit IJsselstein zich hier ook gaat vestigen wordt de vraag nog veel groter. Daarom is er een initiatief om tot een eigen energie-hub te komen. De discussie speelt al langer om nieuwe grotere windmolens te plaatsen, waarvan er enkele alleen voor De Copen zouden moeten zijn.

We gingen in groepen onder leiding van Ad en Harm het kantoor en de werkplaatsen bekijken.  Het moderne kantoor straalt rust uit. Nagenoeg alle werk gaat via het beeldscherm. Geen stapels bouwtekeningen of planningen. Alles tot in de puntjes georganiseerd. Het bedrijf is ISO-gecertificeerd en heeft een KAM-medewerker (kwaliteit, arbo en milieu). De buitenmedewerkers krijgen hun werkopdrachten met alle informatie die ze nodig hebben in een tablet aangereikt. Daarop kunnen ze ook ten allen tijde met het kantoor communiceren.

Alle materieel wordt in huis onderhouden. Baggermaterieel wordt vaak ook zelf gebouwd in de eigen lashal. Er is een wasstraat met daaronder een kelder waarin regenwater wordt opgevangen. We komen een nieuwe spuitcabine tegen. Sommigen onder ons zochten onderweg naar die kruiwagen van Ad en meenden hem in een hoekje te zien staan. In welke hal we ook komen, het is er opgeruimd en schoon en alles ziet groen, het mooie zachte groen van de bedrijfskleur. Alles is groot, het kantoor, de hallen het terrein. Overal wordt gewerkt en er blijft ruimte voor nieuw uitdagingen.

We gingen terug naar de bistro alwaar er door de familie voor het merendeel van ons nog een heerlijke lunch werd geserveerd.

Liesbeth bedankte voor de gastvrijheid met een mooi pakket van de poelier en landwinkel. Wij gingen naar huis met het gevoel dat we weer een mooi bedrijf hebben bezocht waar we binnen de Gemeente trots op mogen zijn.

Met dank aan Herman de Koning voor dit mooie verslag.